Al sinds 1953 wordt het kinkhoestvaccin via het Rijksvaccinatieprogramma aan alle kinderen in Nederland aangeboden. De vaccinatiegraad ligt boven de 90%, dus de kans dat jij tegen deze ziekte bent ingeënt is erg groot. Toch verscheen onlangs een advies van de Gezondheidsraad, waarin wordt aangeraden om mensen die met kleine kinderen werken een kinkhoestvaccinatie aan te bieden. We leggen je in deze blog uit waarom.
Waarom vaccineren tegen kinkhoest?
Kinkhoest is ontzettend besmettelijk en is vooral voor baby’s erg gevaarlijk. Volwassenen worden er meestal niet erg ziek van, maar kunnen het virus wel bij zich dragen. Baby’s worden voor hun eerste verjaardag drie keer gevaccineerd, namelijk zodra ze drie, vijf en elf maanden oud zijn. Dat betekent dat ze in hun eerste drie maanden nog niet beschermd zijn. En hoewel de eerste prik al echt een verschil maakt, is de bescherming pas volledig als alle drie de vaccinaties zijn gehaald.
Om baby’s ook tijdens die eerste maanden te beschermen wordt sinds 2019 een extra vaccin aangeboden aan zwangere vrouwen. Deze DKT-prik, ook wel de 22 wekenprik genoemd, zorgt dat baby’s in hun eerste drie maanden ook al beschermd zijn tegen difterie, kinkhoest en tetanus. Voor de moeder zelf werkt dit als een booster van de vaccinaties die ze als kind al heeft gehad. Maar nog lang niet alle moeders nemen deze prik; momenteel haalt zo’n 70% de 22 wekenprik. Hun kinderen krijgen de DKTP-Hib-HepB-vaccinatie dan al zodra ze twee maanden oud zijn.
Extra bescherming voor jonge kinderen
Ondanks deze extra vaccinatie voor zwangere vrouwen is het verstandig om aanvullende beschermende maatregelen te treffen. Sommige kinderen hebben minder antistoffen van hun moeder gekregen, bijvoorbeeld omdat ze te vroeg zijn geboren. Sommige moeders hebben de boosterprik niet gehaald. En hoewel het boostervaccin helpt, is de bescherming tegen kinkhoest nog niet volledig. Dat is pas het geval wanneer het kind zelf volledig is gevaccineerd.
Om die reden wordt nu aangeraden om mensen die met kleine kinderen werken, bijvoorbeeld in de zorg of in de kinderopvang, een extra kinkhoestvaccin aan te bieden. Dat vaccin is niet voor hun eigen bescherming, maar voor die van de kinderen waar zij zorg voor dragen. De gevolgen van een kinkhoestbesmetting kunnen voor deze kinderen zeer groot zijn en het is in het belang van ons allemaal om de verspreiding van deze ziekte zoveel mogelijk te voorkomen.
Waarom is kinkhoest weer actueel?
We vaccineren al sinds 1953 tegen kinkhoest via het Rijksvaccinatieprogramma. Toch zien we de laatste jaren dat het aantal besmettingen weer toeneemt. Sinds 1996 komt dit deels doordat de bacterie rond die tijd van structuur is veranderd, waardoor het vaccin iets minder goed werkt. Daardoor kunnen ook mensen die wél zijn gevaccineerd ziek worden.
Tijdens de pandemie lag het aantal besmettingen juist veel lager. Dat is logisch, want de maatregelen die toen werden getroffen om een coronabesmetting te voorkomen, zijn ook effectief voor het voorkomen van het overdragen van andere ziekten, waaronder kinkhoest. Tijdens de pandemie bouwden daardoor ook minder mensen immuniteit op tegen kinkhoest. Dat is één van de verklaringen waarom het aantal besmettingen nu hoger ligt. Dat maakt het nog belangrijker om extra stappen te zetten om ons te beschermen tegen deze ziekte.
Voor wie is het kinkhoestvaccin en hoe krijg je het?
De Gezondheidsraad is van mening dat werkgevers het kinkhoestvaccin moeten aanbieden aan hun werknemers. Daaronder valt iedereen die regelmatig werkt met kinderen jonger dan zes maanden. Dat zijn bijvoorbeeld verloskundigen, medewerkers van de kinderopvang, artsen, verpleegkundigen en kraamzorgmedewerkers.
Val jij onder deze doelgroep? Mogelijk ontvang je binnenkort informatie van je werkgever over hoe men hier op jouw werkplek mee om zal gaan. Je hoort dan bijvoorbeeld waar en wanneer je de vaccinatie kunt krijgen. Soms wordt dit op je werkplek verzorgd, soms maken werkgevers afspraken met een vaccinatiecentrum. Het vaccin wordt altijd toegediend door een gekwalificeerde zorgprofessional. Om de optimale bescherming te bieden moet het kinkhoestvaccin elke vijf jaar worden herhaald. Is er nog geen beleid op jouw werkplek? Vraag er dan naar bij je werkgever.
Kinkhoestvaccinatie bij vaccinatiecentrum.nl
Je kunt met al je vaccinatievragen terecht bij vaccinatiecentrum.nl, onze verpleegkundigen helpen je graag verder. Het boostervaccin tegen kinkhoest bestaat uit één prik. Heb je nog niet eerder een vaccin tegen kinkhoest gehad, dus ook niet de DKTP-vaccinatie? Dan heb je drie vaccins nodig waar in totaal minstens zeven maanden tussen moet zitten. Onze verpleegkundigen denken met je mee en zullen je een persoonlijk advies geven op basis van je gezondheid, vaccinatiegeschiedenis en voorkeuren.
Ben je werkgever en wil je het kinkhoestvaccin aanbieden aan je medewerkers? Neem dan contact op om de mogelijkheden te bespreken.
Dit blog is gepubliceerd op 9 december 2024.